Op deze pagina is meer informatie te vinden over de voorgestelde wijzigingen in het identiteitsbeleid van CorDeo scholengroep. We hebben geprobeerd de belangrijkste vragen hier vast op te nemen. Zo nodig wordt deze lijst in de loop van het proces bijgewerkt. Naast het overzicht met veelgestelde vragen vindt u ook een oplegger (wat is de aanleiding voor deze voorstellen?) en de conceptteksten voor de identiteitsverklaringen van personeel.
Inhoud wijzigingsvoorstellen
- Een herziening van de identiteitsverklaring voor personeel
- Het wijzigen van de eisen die gesteld worden voor lidmaatschap van de vereniging
- Het wijzigen van de lidmaatschapseis van de 3G-kerken voor het College van Bestuur en de Raad van Toezicht
Dat het College van Bestuur deze voorstellen inbrengt, wil overigens niet zeggen dat het persé een totaalpakket is. Er kan ook besloten worden tot wijziging op een aantal punten, terwijl andere punten niet worden doorgevoerd.
De wijzigingsvoorstellen t.o.v. de huidige situatie:
Huidige situatie | Voorstel nieuwe situatie |
Identiteitsverklaring voor personeel geldt voor gereformeerd personeel als benoemingseis | Benoemingscriteria blijven gelijk, tekst identiteitsverklaring voor personeel wijzigt |
Voor evangelisch personeel: vraag om identiteitsverklaring voor personeel te tekenen, statutair officieel geen benoemingseis | Formele benoemingscriteria aanpassen aan de praktijk: tekenen van de (vernieuwde) identiteitsverklaring voor personeel |
Lidmaatschap staat open voor ouders die lid zijn van de GKV, NGK of CGK | Lidmaatschap staat open voor ouders die doel en grondslag van de vereniging onderschrijven + ouderverklaring tekenen |
Lidmaatschap van GKV, NGK of CGK is vereiste voor benoeming als lid van CvB of RvT | Onderschrijven van doel & grondslag van de vereniging + betrokkenheid bij kerk zijn vereiste voor benoeming als lid van CvB of RvT |
De voorgestelde wijziging komt voort uit de wens om meer recht te doen aan de diversiteit die er is onder ons personeel en taal te gebruiken die in de breedte van de vereniging herkend wordt. Het is dus niet de bedoeling om opeens een heel ‘ander soort’ personeel aan te trekken of de kleur van de vereniging te wijzigen, maar wel om de huidige veelkleurigheid beter samen te brengen in de verklaring. Een aantal concrete wijzigingen:
- In de nieuw voorgestelde verklaring wordt ruimte geboden voor lidmaatschap van een christelijke kerk of geloofsgemeenschap. Met de toevoeging van de geloofsgemeenschap willen we ruimte creëren voor de medewerkers die lid zijn van een huisgemeente en op deze manier heel concreet vormgeven aan hun geloof en het vormen van een christelijke geloofsgemeenschap.
- De Nederlandse Geloofsbelijdenis, Dordtse Leerregels en de Heidelberger Catechismus worden niet expliciet genoemd als ‘grondslag voor het werk’. Wel verwijzen we naar de Apostolische Geloofsbelijdenis als samenvatting van ons geloof. In de praktijk blijkt het merendeel van de personeelsleden hooguit op hoofdlijnen te weten wat in de drie formulieren van eenheid staat. Wij zijn ervan overtuigd dat de rest van de verklaring stevig genoeg uitdrukt wat wij zien als belangrijke basis voor christelijk onderwijs – waarin we op details soms dingen in ons geloof best verschillend kunnen ervaren maar één zijn als Lichaam van Christus. De reacties van het personeel op de concept identiteitsverklaring bevestigen dit: velen ervaren het als een stevige verklaring die de punten benoemt die relevant zijn voor het werk in de school.
Voor het goed invoeren in de hele breedte van de vereniging (dus ook op de evangelische scholen) is het van belang dat ook artikel 10, lid 4 van de statuten wordt aangepast. Tot nu toe kan van personeel op evangelische scholen formeel ‘slechts’ gevraagd worden om de grondslag te ondertekenen en betrokken te zijn bij een christelijke gemeente. Bij invoering van de nieuwe verklaring die recht doet aan de verschillen willen we graag de identiteitsverklaring ook verplicht stellen voor het personeel op de evangelische scholen.
Op dit moment kan een ouder lid worden van de vereniging als hij/zij lid is van één van de 3G-kerken. Dit willen we graag verbreden. We hebben een stevige ouderverklaring en ervaren veel eenheid met ieder die deze verklaring van harte onderschrijft. Die eenheid brengen we graag ook tot uitdrukking in het gelijkstellen van lidmaatschapsmogelijkheden voor al deze ouders. De nieuwe eis voor lidmaatschap is dan het onderschrijven van doel & grondslag van de vereniging en de ouderverklaring.
Concreet betekent openstelling van het lidmaatschap ook dat deze ouders deel kunnen gaan uitmaken van de school-/identiteitscommissies en de AV. Een deel van de AV-leden heeft hier zorg over geuit: is deze selectie dan streng genoeg of wordt soms (te) ruimhartig omgegaan met tekenen van de identiteitsverklaring, kan in de toekomst iedereen beleidsbepalend worden als het gaat om identiteit? Het CvB adviseert de AV daarom na te denken over de wenselijkheid om in het huishoudelijk reglement meer te regelen over selectie van leden van de identiteits-/schoolcommissie (en daarmee de AV), bijvoorbeeld door altijd een adviserende rol te geven aan een andere afdeling of het CvB voordat tot benoeming wordt overgegaan. Het gaat dan vooral om een gesprek of iemand inderdaad de inhoud van de ouderverklaring deelt en uitdraagt. Dit stimuleert ook het onderlinge gesprek en gezamenlijke verantwoordelijkheid.
N.B.: Wanneer het voorstel tot wijziging van de lidmaatschapseisen wordt aangenomen en bijvoorbeeld in de toekomst op een deel van de scholen ook ouders zijn die de ouderverklaring niet kunnen tekenen maar respecteren, betekent dit niet dat lidmaatschap ook open staat voor deze ouders. Zij zullen immers doel & grondslag van de vereniging en de ouderverklaring niet kunnen onderschrijven.
Op dit moment is lidmaatschap van één van de 3G-kerken vereist voor leden van het CvB en de RvT (met uitzondering van de twee RvT-leden met specifieke kwaliteitszetels evangelische identiteit & onderwijs). Dit heeft als consequentie dat voor benoeming in deze functies lidmaatschap van één van de 3G-kerken vereist is en dat een eventuele wisseling van kerklidmaatschap niet verenigbaar is met het blijven uitoefenen van de functie. De gedachte hierachter is dat lidmaatschap van één van de 3G-kerken garandeert dat het qua identiteit ‘wel goed zit’ en deze persoon zich kan verbinden aan de grondslag en doelstelling van onze schoolvereniging.
De jurist die we hebben geraadpleegd, geeft aan dat het logischer is om deze garantie direct te maken (en niet via de ‘kerkelijke omweg’). De kerkeis wordt dan vervangen door de eis om doel en grondslag van de vereniging te onderschrijven, aangevuld met betrokkenheid bij een kerkelijke gemeenschap. Dit heeft twee voordelen:
- De borging is minstens zo sterk, doordat je niet meer aanspreekt & aanspreekbaar bent op kerklidmaatschap maar op het verbonden zijn aan doel en grondslag zoals geformuleerd in de statuten. Je mag dus altijd verwachten dat deze persoon doel en grondslag van harte uitdraagt.
- Kundige, geschikte kandidaten die nu buiten de boot vallen omdat ze lid zijn van een andere kerkelijke gemeenschap maar wél van harte doel en grondslag kunnen onderschrijven, kunnen ook worden benoemd in de functies.
Nee. Het zou alleen invloed hebben wanneer de grondslag van de school verandert: dat is niet het geval. De voorgestelde wijzigingen gaan niet om een grondslagverandering. De grondslagen van de scholen blijven zoals ze nu zijn – dus gereformeerd, evangelisch of dubbele grondslag gereformeerd & evangelisch (De Verbinding in Almere). De wijzigingen gaan alleen over hoe wij in ons beleid vormgeven aan deze grondslag.
Voor de toekomst is de vraag: gaat de overheid beoordelen of ons beleid past bij de gereformeerde of evangelische grondslag en dus wegen of de beleidswijzigingen die we nu voorstellen leiden tot zúlke verandering dat we onze grondslag niet langer recht doen? Onze inschatting is dat dit niet gebeurt. De overheid heeft zich nog nooit gemengd in grondslagen: de overheid beoordeelt niet in wat een school nou expliciet ‘gereformeerd-vrijgemaakt’, ‘evangelisch’, ‘rooms-katholiek’, ‘reformatorisch’ (of wat dan ook…) maakt. Onze inschatting is dat de overheid veel eerder in de bekostiging het onderscheid op basis van grondslag zal loslaten (zoals toenmalig minister Dekker in een eerder kabinet al wilde doorvoeren) dan dat de overheid zich zal mengen in de vraag of beleid van onze scholen wel echt ‘gereformeerd-vrijgemaakt’ of ‘evangelisch’ is en er daarmee recht is op speciale bekostiging.
Proces
De AV heeft een besluitvormende stem bij wijzigingen die een statutenwijziging vereisen en bij het vaststellen van de identiteitsverklaring voor personeel. Hieronder is weergegeven voor welke voorgestelde wijzigingen een statutenwijziging vereist is en welke besluitvormingssleutel hierbij geldt:
Onderwerp | Vereiste instemming |
Wijzigen identiteitsverklaring voor personeel | Instemming door 2/3 van de geldig uitgebrachte stemmen op een vergadering waar tenminste 3/4 van de afdelingen aanwezig / vertegenwoordigd is |
Vastleggen dat zowel gereformeerd als evangelisch personeel de identiteitsverklaring moet ondertekenen (artikel 10, lid 4) | Unanieme instemming op een vergadering waar iedereen aanwezig / vertegenwoordigd is |
Wijzigen eisen aan verenigingslidmaatschap (artikel 6, lid 1) | Unanieme instemming op een vergadering waar iedereen aanwezig / vertegenwoordigd is |
Wijzigen kerkeis bij College van Bestuur (artikel 9, lid 3 en 6 onder a) | Instemming door 2/3 van de geldig uitgebrachte stemmen op een vergadering waar tenminste 3/4 van de afdelingen aanwezig / vertegenwoordigd is |
Wijzigen kerkeis bij Raad van Toezicht (artikel 15, lid 4 en 6) | Instemming door 2/3 van de geldig uitgebrachte stemmen op een vergadering waar tenminste 3/4 van de afdelingen aanwezig / vertegenwoordigd is |
Voor de formele besluitvorming zijn, naast de AV, ook de Raad van Toezicht en het CvB aan zet. Op alle voorgestelde wijzigingen is goedkeuring nodig van de Raad van Toezicht. De GMR heeft adviesbevoegdheid als het gaat om aannamebeleid van personeel (identiteitsverklaring).
Daarnaast worden uiteraard de medewerkers van CorDeo betrokken in dit proces. Het onderwerp komt meerdere keren aan bod op de MT-vergaderingen van alle schoolleiders. De schoolleiders bespreken op hun beurt de onderwerpen weer met hun team. Op de identiteitsverklaring voor personeel is bijvoorbeeld van medewerkers scholen ook schriftelijke feedback gevraagd, waarna een aantal aanpassingen is doorgevoerd.
Wat nu nog op de agenda staat:
- September: voorleggen voorstellen aan GMR, AV, RvT en MT (op reguliere vergaderingen en speciale informatieavonden) voor informele feedback
- Oktober: eventuele herziening n.a.v. de input op vergaderingen en informatieavonden
- November: formeel advies GMR
- December: besluitvorming RvT en AV
Voor dit tijdpad geldt dat dit onder voorbehoud is: wanneer het proces daar aanleiding toe geeft, kan het tijdpad worden aangepast.
Het gesprek wordt overigens niet alleen nu in dit formele proces gevoerd. We voeren doorlopend de dialoog over onze identiteit en hoe we dit kunnen versterken – in schoolteams, tijdens MT-vergaderingen, op de halfjaarlijkse identiteitsconferentie et cetera. Juist die gesprekken zijn aanleiding geweest voor het aangaan van dit proces, niet andersom.
Afdeling Harderwijk heeft de vraag gesteld welke leden deze onderwerpen hebben geagendeerd. Dat is niet het geval: het CvB heeft de voorstellen gedaan op basis van het brede beeld in de organisatie (waaronder overigens ook gesprekken met AV-leden) – zie hiervoor ook de tekst over de aanleiding voor de wijzigingsvoorstellen.
De statuten (artikel 21 lid 3 en 4) bieden ruimte voor zowel het College van Bestuur als afdelingen om een vergadering bijeen te roepen en “voorstellen van het College van Bestuur of van identiteits-/ schoolcommissies” te bespreken. In dit geval heeft het College van Bestuur deze mogelijkheid dus benut.